Overslaan en naar de inhoud gaan

In memoriam - Jeannine Lambrechts (1928-2020)

Na een lange en rijke carrière worden museumconservatoren soms mythische figuren, hun naam en leven onlosmakelijk verbonden met de collecties die ze decennialang hebben beheerd. Dr. Jeannine Lambrechts-Douillez is geen uitzondering: voor velen was zij de belichaming van Museum Vleeshuis en zijn collectie.

12 juli 2020

Na studies aan de UGent ging Jeannine Douillez (Lambrechts-Douillez na haar huwelijk met Georges Lambrechts) in 1953 als bediende aan de slag bij Museum Vleeshuis. Ze steeg snel door de gelederen en werd in 1960 assistent-conservator (en de facto hoofd). Destijds was het museum gewijd aan de toegepaste kunsten in de meest brede zin, en de collectie bevatte alles van archeologische scherven, antieke munten en middeleeuws aardewerk, over zestiende-eeuwse keramische tegels en zeventiende-eeuwse musketten tot rococoservies en negentiende-eeuwse hemelbedden. Al deze objecten kregen de onderzoeksaandacht van Jeannine. Maar het was de collectie muziekinstrumenten van het museum die de kern van haar (onderzoeks)carrière zou vormen.

In 1956, een jaar voordat ze haar doctoraat behaalde (proefschrift: De muziek aan het Bourgondische-Habsburgse hof in de tweede helft der XVde eeuw), zorgde Jeannine voor de publicatie van de eerste catalogus van het museum over de instrumentencollectie. In datzelfde jaar, ter gelegenheid van de eerste tentoonstelling van het museum die volledig was gewijd aan muziekinstrumenten, beschreef een krantenartikel Jeannine als ‘aussi érudite, que musicienne’: naast onderzoekster was ze inderdaad ook een begaafd muzikante.

In 1960 was Jeannine Lambrechts-Douillez een van de oprichters (en tussen 1983 en 1989 voorzitter) van CIMCIM (International Committee for Museums and Collections of Instruments and Music, onderdeel van ICOM). Daarmee bepaalde ze mee de internationale museumstandaard voor een correcte benadering van historische muziekinstrumenten. Hoewel de inzichten mettertijd evolueerden heeft haar pionierswerk nog altijd een grote impact.

Begin jaren ’60 ging Jeannine Lambrechts-Douillez het gesprek aan met het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Het resultaat was de permanente bruikleen van de omvangrijke collectie historische muziekinstrumenten van het Conservatorium waarvoor geen plaats meer was in deSingel. Het was ook het begin van een sterke relatie tussen Museum Vleeshuis en het Conservatorium die tot vandaag voortduurt. Een catalogus van de bruikleen verscheen in 1967.

De permanente bruikleen van het Conservatorium bracht, naast onder meer een pianoforte van Conrad Graf, ook klavecimbels van Jacobus Van den Elsche en Joannes Daniel Dulcken naar het museum. Die klavecimbels, samen met de instrumenten van de familie Ruckers die al in de collectie aanwezig waren, vormden een belangrijke bron voor onderzoekers en klavecimbelmakers. In Antwerpen erkende Jeannine als eerste ten volle het historische belang van de Antwerpse (of Vlaamse) klavecimbelschool, maar ze erkende ook het gebrek aan gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de bouwers. Aangemoedigd door internationale onderzoekers als Frank Hubbard, Raymond Russell en John Henry van der Meer dook ze in de archieven op zoek naar sporen van de Antwerpse klavecimbelbouwers. Dat resulteerde in meerdere publicaties die tussen 1971 en 2009 verschenen in de reeks Mededelingen van het Ruckers Genootschap. In het kader van haar onderzoek bouwde ze bovendien een internationaal netwerk van specialisten uit. Heel wat onder hen werden mettertijd goede vrienden.

In 1967 zorgde ze voor de aankoop van het Couchetvirginaal en in 1976 voor de aankoop van een klavecimbel (1646) van Andreas Ruckers (I en/of II). Vanaf 1967 volgde ook de restauratie, al dan niet naar bespeelbare toestand, van meerdere klavierinstrumenten in de collectie. Hubert Bédard, die verschillende instrumenten restaureerde, zou voor Jeannine een prachtige facsimile bouwen van het Andreas Ruckers-klavecimbel (1644) uit Museum Vleeshuis.

Om het onderzoek naar de Antwerpse klavecimbelschool vooruit te helpen, de restauratie en aankoop van klavierinstrumenten te ondersteunen en educatieve activiteiten te organiseren, was ze medeoprichter van het Ruckers Genootschap. In 2019 vierde het Genootschap zijn 50-jarig jubileum met onder meer een concert van Jos Van Immerseel en een studiedag rond de Graf-pianoforte, beide in Museum Vleeshuis. Met de hulp van het Genootschap startte Jeannine een reeks Summer Schools met internationale faam.

Gedurende haar hele carrière publiceerde Jeannine tientallen artikelen en droeg ze bij aan talloze boeken en conferenties. In 1988 werd ze conservator van de oudheidkundige musea van de Stad Antwerpen (waaronder het Museum Vleeshuis). Twee jaar later ging ze met pensioen. Maar dat weerhield haar er geenszins van actief te blijven. In 1993 mocht ze de prestigieuze Curt Sachs Award van de American Musical Instrument Society in ontvangst nemen. En in 1998 was zij de drijvende kracht achter een boek over Hans Ruckers waaraan onder meer John Koster, Martin Skowroneck, Laurence Libin en Karel Moens hebben bijgedragen. Met het aantreden van Karel Moens, conservator van 1999 tot 2016, werd de door Jeannine Lambrechts-Douillez begonnen cirkel rondgemaakt: in 2006-2007 transformeerde Karel de vaste opstelling van Museum Vleeshuis tot Klank van de Stad, volledig gewijd aan muziek.

Sinds enkele jaren waren de banden tussen Jeannine Lambrechts-Douillez en Museum Vleeshuis opnieuw aangehaald en juichte ze de publicatie van een nieuw boek over de klavecimbelcollectie van harte toe. De passie voor ‘haar’ instrumenten heeft haar nooit verlaten. In een persoonlijk gesprek, of aan de telefoon of via e-mail sprak ze nog steeds vol vuur over haar jaren bij het museum, herinnerde ze zich ontmoetingen en gebeurtenissen van vele decennia geleden alsof ze pas gisteren waren gebeurd en beantwoordde ze met veel plezier elke vraag die we vanuit het museum stelde.

Als resultaat van haar inzet voor de Antwerpse klavecimbels noemden ingewijden haar ‘Madame Ruckers’, een bijnaam die ze als ereteken droeg. Door die inzet en het harde werk van Jeannine werd Museum Vleeshuis mettertijd een belangrijke muziekbestemming, niet alleen voor internationale onderzoekers en instrumentenbouwers, maar ook voor musici, zowel jong als gevestigd, van over de hele wereld. Jos van Immerseel, Kenneth Gilbert, Gordon Murray, Robert Kohnen, Gustav Leonhardt, Barthold en Sigiswald Kuijken, Reinhard Goebel, Kris Verhelst, René Jacobs, Alan Curtis, Colin Tilney, Ton Koopman, Scott Ross en vele anderen gaven concerten in het Vleeshuis. In april-juni 2020 stelden we bij Museum Vleeshuis een overzicht op van alle concerten die sinds 1967 in het museum werden georganiseerd. Helaas hebben we Jeannine dat overzicht – een belangrijke getuige van haar jaren bij Museum Vleeshuis – niet meer kunnen overhandigen.

Jeannine Lambrechts-Douillez overleed op 12 juli 2020. Ze werd 92 jaar oud.

Meld je aan voor de nieuwsbrief