Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

Orgels uit de Collectie Ghysels worden Topstuk

Sinds 2013 staat Museum Vleeshuis mee in voor de ontsluiting van en zorg voor de Collectie Ghysels, een unieke verzameling dansorgels en muziekautomaten die eigendom is van de Vlaamse Gemeenschap. Drie orgels – twee dansorgels en een kermisorgel – uit de collectie krijgen nu het statuut “Topstuk”. Daarmee worden ze erkend als uitzonderlijk erfgoed.

Antwerpen, stad van dansorgels

België was in de eerste helft van de vorige eeuw een belangrijke speler in het bouwen van automatisch spelende orgels, en Antwerpen was dé bakermat als het over de grote, monumentale dansorgels gaat. Het uitgaansleven in Antwerpen speelde zich vooral af in grote danszalen, maar ook veel danscafés waren voorzien van een orgel, orchestrion of pianola. Later werden ook de baancafés voorzien van grote orgels, waar ze een belangrijke schakel vormden in de evolutie naar de muziekinstallaties in het uitgaansleven van vandaag.

De aankoop in 2006 van een collectie mechanische muziekinstrumenten door de Vlaamse Gemeenschap maakte ze tot erkend erfgoed. Deze Collectie Ghysels – ze werd overgekocht van Jef Ghysels, een verzamelaar en belangrijk liefhebber van mechanische muziekinstrumenten – telt enkele unieke stukken die niet alleen een bijzondere waarde hebben voor het collectieve geheugen, maar ook nog steeds in staat zijn om een performance te voorzien zoals in de gouden tijd. 

Drie Topstukken

Drie orgels uit deze collectie werden in december 2022 op de Topstukkenlijst van het roerend cultureel erfgoed van Vlaanderen gezet: 2 dansorgels en een kermisorgel, alle drie van verschillende bouwers.

In 1947 bouwde de firma Decap het 121-toets dansorgel “Frangema”. Het is het enige overgebleven naoorlogse dansorgel in Vlaanderen dat over vier accordeons beschikt en een originele elektronische post, een voorloper van de elektronische synthesizer.  Het werd onderhouden en “met de tijd mee” verbouwd door de firma Teugels, die het verhuurde en ermee gingen rondreizen. Gelukkig is het pijpwerk altijd onaangeroerd gebleven. De lichtjes en buislampen maken het nog steeds dé publiekslieveling bij uitstek.

Het “Orchestre Moderne” werd rond 1912-1913 te Antwerpen gebouwd door de geëmigreerde Italiaan Eusèbe Fasano en is uniek omdat het dansorgel nagenoeg origineel bleef. Vooral de onaangeroerde façade met typerende schilderingen van jonge dames maar ook het klavier en de originele bezetting maakt het een uitzonderlijk stuk. De vele soloregisters zijn kenmerkend voor vooroorlogse dansorgels en de talrijke fluitregisters en tongwerken maken het een typevoorbeeld van een Fasano-orgel. Ook het oude boekenrepertoire maakt dit instrument uniek.

Ook het 57-toets kermisorgel "L'Alexandre", gebouwd door Louis Hooghuys, werd geselecteerd omdat het technisch nog bijna origineel is en het muzikaal uitblinkt. "L'Alexandre" is uniek omdat dit instrument het enige kermisorgel is in Vlaanderen waarvan vaststaat dat het ooit dienst heeft gedaan in het front van een reizende bioscoop. Het verbaast dan ook niet dat het van alle bekende orgels van dat type de ‘felst' klinkende dispositie heeft.

 

Over het Topstukkendecreet

Met het Topstukkendecreet wil de Vlaamse overheid roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang beschermen en borgen en ervoor zorgen dat zeldzame en onmisbare voorwerpen en verzamelingen in Vlaanderen niet verloren gaan. In de collectie van Museum Vleeshuis bevinden zich elf Topstukken, waaronder twee klavecimbels, een contrabasblokfluit en de maquette van een beiaardtrommel.

Meld je aan voor de nieuwsbrief