Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

Het Neupert-klavecimbel

Na de Tweede Wereldoorlog werden er in het Rubenshuis Concerten van Oude Muziek opgestart. Daarvoor kocht het Rubenshuis een Neupert-klavecimbel aan. Dat klavecimbel maakt ondertussen deel uit van de collectie van Museum Vleeshuis.

Klavecimbels rond de eeuwwisseling

In het begin van de 20e eeuw werden klavecimbels steeds populairder. Fenomenen als Louis Diémer (1843-1919) en Wanda Landowska (1879-1959) waren misschien in de eerste plaats pianisten, maar zijn vandaag vooral beroemd als klavecimbelvirtuozen. Zij en vele anderen maakten het klavecimbel bekend bij het bredere publiek. Pianofabrikanten zagen het gat in de markt en gingen aan de slag. Met een grote dosis vooruitgangsoptimisme ontwikkelden ze “moderne” klavecimbels. Daarbij maakten ze gebruik van hoogtechnologische pianosnufjes. Deze moderne, stevig uitgeruste klavecimbels worden “revivalinstrumenten” genoemd. Zo waagde bijvoorbeeld de firma Pleyel in Parijs zich in 1889 aan een klavecimbelontwerp dat tot op vandaag met Wanda Landowska geassocieerd wordt.

Neupert aus Bamberg

Ook het Duitse bedrijf J.C.Neupert stak de handen uit de mouwen en werd in de 20e eeuw wereldberoemd voor zijn klavecimbels. Het bedrijf was opgericht door Johann Christoph Neupert (1842 – 1921). Het bedrijf werd later overgenomen door kinderen van Neupert, en vanaf het begin van de 20e eeuw fabriceerde het ook klavecimbels, klavichorden en pianofortes. Dat leidde tot een ommezwaai; Neupert werd een Manufaktur für historische Tasteninstrumente die vliegensvlug wereldfaam veroverde. In die tijd schreef Hann Neupert bovendien ook enkele werken over historische klavierinstrumenten, waaronder Das Cembalo (1933). Johann Christoph was zelf ook een toegewijd instrumentenverzamelaar. Zijn collectie maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Germanisches Nationalmuseum in Nürnberg.

 

Stevig en stoer

Het Neupert-klavecimbel in de Vleeshuiscollectie is ook een duidelijk revival-instrument; het doet in weinig aspecten denken aan een 17e-eeuws klavecimbel. Met zijn vier rijen dokken, vijf pedalen en veel metalen onderdelen is het instrument op zijn minst indrukwekkend. Ook is zichtbaar dat Neupert, net als andere Duitse bedrijven zoals Sperrhake, fabriekssystemen toepaste voor de massaproductie van instrumenten. Daarnaast gebruikten ze ook nieuwe materialen zoals bakeliet en plexiglas, maar ook rubber, plastiek en aluminium; heel wat materialen die populair werden tijdens de industrialiseringsgolf en een efficiënte productie mogelijk maakten.

Frank Hubbard maakte in 1961 in een brief aan een klant een classificatiesysteem voor de klavecimbelmarkt. We vinden Neupert terug in de eerste categorie van zijn indeling;

  1. Piano-maker’s harpsichords

Too heavy constructions, weak and nasal tone

  1. Imitations of the above

Same disadvantages but work less well

  1. Makers with antiquarian bent
  2. Ultra modern type
  3. Cheap instruments

Hoewel wij ons Neupert-klavecimbel nooit hoorden klinken, kunnen we er vanuit gaan dat het Neupert-klavecimbel niet onopgemerkt bleef in het grote schildersatelier van het Rubenshuis in de vorige eeuw (zie foto), waar het jarenlang gebruikt werd voor concerten. De imposante verschijning weegt maar liefst 300 kg en kunnen we herkennen als het “Bach-model” dat we terugvinden in de propagandablaadjes van Neupert uit de vorige eeuw. Ook vandaag worden er nog instrumenten van het model “Bach” verkocht door Neupert.

Aan alle mooie liedjes…

Na enkele decennia dienst werd het klavecimbel in het Rubenshuis vervangen door een instrument dat historisch correcter was. Ondertussen was de kennis en smaak van de oude muziekliefhebbers immers geëvolueerd, en werden de zware revivalinstrumenten scheef bekeken. Het Neupert-instrument landde in het depot van de stad, waar het tot vandaag wacht op een plaats in een tentoonstelling. Ondertussen heeft het Rubenshuis het overgedragen aan Museum Vleeshuis, waar het het verhaal van de revivalinstrumenten vertegenwoordigt.

 

Bronnen

  • https://fr.wikipedia.org/wiki/Neupert
  • Jessica L. Wood, Historical Authenticity Meets DIY: The Mass-Market Harpsichord in the Cold War United States, American Music , Vol. 30, No. 2 (Summer 2012), pp. 228-253.

Vragen?

Heb jij opmerkingen, vragen of aanvullingen? Contacteer ons via vleeshuis@antwerpen.be.

Meld je aan voor de nieuwsbrief