Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

Hobo (Triébert)

Ruckers-Couchet, Van Engelen, Tuerlinckx, Hofmans, Sergeys: allemaal zijn het families die instrumenten bouwden én die in Museum Vleeshuis goed zijn vertegenwoordigd. Ook de familie Triébert is bij ons aanwezig, en dankzij deze aankoop van een (bespeelbare) hobo wordt hun verhaal nog wat vollediger.

In de 19de eeuw had de naam Triébert in muzikaal Europa heel wat weerklank. Guillaume Triébert (1770-1847) verliet omstreeks 1800 zijn geboortestad Laubach (Duitsland) en richtte in 1810 in Parijs een atelier op voor blaasinstrumenten, zoals fluiten, klarinetten en hobo’s. Zijn instrumenten werden al gauw geprezen om hun hoge kwaliteit.

Quand les artistes des théâtres impériaux, du Conservatoire de musique de Paris ou de celui de Bruxelles, ont besoin de renouveler [...] leurs hautbois, c'est à la maison Triébert & Co. qu'ils s'adressent

Henri Legrand, Parijs 1857

Charles-Louis (1810-1867) en Fréderic (1813–1878), de zonen van Guillaume Triébert, waren allebei hoboïst en ze stonden hun vader bij in het atelier. Samen zouden vader en zonen uitgroeien tot wellicht de belangrijkste 19de-eeuwse Franse bouwers van hobo’s en andere dubbelrietinstrumenten (fagot, Engelse hoorn). Hun werk leverde bovendien heel wat prijzen op, en hun instrumenten waren ook in de Belgische (inclusief Antwerpse) orkesten te horen. Bovendien innoveerden de Triéberts voortdurend, en integreerden ze recente uitvindingen zoals het Boehm-kleppensysteem. Zo ontwikkelde de familie Triébert de verschillende hobotypes tot de instrumenten die nu nog bespeeld worden.

In 1878 overleed Frédéric Triébert, maar de naam ‘Triébert’ werd overgenomen door opeenvolgende collega’s, tot ongeveer 1955. Het bedrijfsarchief ging in 1979 helaas verloren.

Hoge stemming

Museum Vleeshuis bewaarde al een hobo, een Engelse hoorn (althobo) en een fagot van de familie Triébert, allemaal gebouwd in de tweede helft van de 19de eeuw.

Dankzij deze aankoop voegen we daar een veel vroeger instrument aan toe: een hobo die Guillaume Triébert omstreeks 1830-1840 bouwde, gemaakt in buxus en met verzilverde kleppen. Ook de kist, enkele rieten en andere toebehoren zijn origineel. Bovendien is het instrument nog bespeelbaar. Met een ongewone stemming, circa 450 Hz, klinkt het instrument een stuk hoger dan de 440-442 Hz dat vandaag gangbaar is. Toch is het geen uitzondering voor de 19de eeuw, want stemmingen konden toen per stad wel eens verschillen. Wel maakt dit het bespelen van het instrument in een ensemble uitdagender, maar ook boeiender.

Schenkingen zijn van groot belang voor het museum. Wil jij graag een object schenken? Neem dan contact op via vleeshuis@antwerpen.be.

Ga naar

Meld je aan voor de nieuwsbrief