Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

John Lundström, ‘den John’, ‘Djon’

Museum Vleeshuis verwierf een collectie van onder andere verschillende oorspronkelijke geïllustreerde liedteksten van John Lundström (1919-1990) en zijn liederenbundel over Driekoningen. De Antwerpse volksmuziek van Lundström was toen hij actief optrad geregeld te horen op pleinen en buurtfestivals, en in de jaren ‘70 bracht hij drie lp’s uit met eigen liedjes. Zijn jeugd bracht de volkszanger door omringd door zeemannen en de ‘meiskes’ van het Schipperskwartier. Het harde leven in de haven en de solidariteit van de zeelui vormde een blijvende inspiratie voor zijn ‘liekes’.

De verschillende collectiestukken van John Lundström kan je hier vinden onder de zoekterm “Lundström”.

Een muzikale familie

John Lundström groeide op als jongste van zeventien kinderen in en rond het zeemanscafé van zijn ouders, midden in het Schipperskwartier. Zijn grootvader was een Zweedse zeeman die ooit in Antwerpen is beland en besloot daar te blijven.

Johns artistieke achtergrond begon al vroeg: als enige van de zeventien kinderen kreeg hij van zijn ouders de kans om verder te studeren, en aan de vakschool studeerde hij af met een diploma publiciteitstekenen. Het hele gezin was muzikaal aangelegd – ieder lid speelde wel een instrument. Muziek leerde John vooral door zijn vader te imiteren, die viool speelde en daar Zweedse volksliedjes bij zong. Later trok hij als jongeling al liftend rond Europa, waar hij in de jeugdherbergen her en der in aanraking kwam met volksdans en volksmuziek.

De volkse vriend

Wanneer hij optrad op markten of pleinen illustreerde Lundström zijn liedjes met tekeningen op zelfgeschilderde doeken. Zelfgemaakte instrumentjes zoals rommelpotten deelde hij uit aan de kinderen in het publiek, die zo konden meespelen met de muziek.

Als plakkaatzanger schreef en zong Lundström in zijn moedertaal: het Antwerps dialect. Hij wordt typerend afgebeeld met zijn dikke snor en baard, een baret, en een lange sjaal. Het was tevens Lundström die, een actief lid van de club, de Antwerpse Snorrenclub hun lijflied gaf met het Snorrenlied:

Want den iêne zee' dit en den aendere zee' dat,
mor ne smoel zonder snor is precies een bloêt gat.

John Lundström met Toots Thielemans en Maarten Baan op een feest van de snorrenclub.

Sociale ingesteldheid

Naast muzikant was ‘den John’ ook een sociaal geëngageerd en gekend figuur te Antwerpen en omstreken. Zo gaf hij verschillende cursussen en kunstles in sociale onderwijsinstellingen, en als kinderanimator schreef hij zelf liedjes en leerde hij jongeren instrumenten maken en bespelen.  

Een streven naar authenticiteit en verbintenis met het gewone volk is een belangrijk kenmerk van Lundströms muziek, met traditionele composities en een eenvoud in zijn teksten die aansluit bij het leven in de Antwerpse volkswijken uit zijn jeugd. Zelf gaf hij aan dat hij de overgang van de liedjes die hij schreef als kinderanimator naar zijn latere, meer socialistisch getinte teksten aanvoelde als een natuurlijke evolutie.

"Eerlijk gezegd, ik had nogal wat bezwaren tegen liedjes als My Bonnie, of Hoog op de gele wagen, of Annemarieke en dergelijke dingen meer. De charme is daarin ver te zoeken. En daar wou ik dan iets aan doen. Door zelf nieuwe liedjes te schrijven, maar altijd gestoeld op het Antwerps volksleven. Eerst in het teken van de kindervakantie, daarna zijn de andere nummers er automatisch uit gegroeid."

In vele van zijn liedjes veroordeelt hij sociaal onrecht en staat hij aan de zijde van de underdog. Zo zijn er zijn moordballaden, en zijn strijdliederen voor de havenarbeiders die in 1973 tegen de wil van de vakbond in toch in staking gingen. Het socialistisch ideaal droeg Lundström zijn hele leven met zich mee.

Meld je aan voor de nieuwsbrief