Na regen komt … een nieuwe beiaard
In 1702 zorgde een blikseminslag in de toren van de Sint-Gummaruskerk voor een klein drama: de beiaard werd vernield. Het jaar daarop besliste het stadsbestuur al tot de aankoop van een nieuwe beiaard. In 1707, na het goedkeuren van de nieuwe beiaard, besliste het bestuur dan dat de klokkengieter ook de beiaardtrommel mocht gieten. Deze werd in 1712 geplaatst en afgewerkt door Henricus Joltrain, een Antwerpse uurwerkmaker, die hem verbond met het torenuurwerk.
Een complexe muziekdoos
Een beiaardtrommel werkt als een muziekdoos: pinnetjes op de trommel brengen al dan niet rechtstreeks klankbronnen in werking. Bij een muziekdoos gebeurt dat meestal rechtstreeks, maar een beiaardtrommel heeft meer mechaniek nodig, ook al om de trommel te verbinden met een klok die ervoor zorgt dat de trommel op geregelde tijdstippen in werking treedt (elk uur, halfuur of zelfs kwartier). In Lier was het de bedoeling de voorslag voor elk uur, halfuur en kwartier te voorzien. Joltrain besloot twee rijen gaten te voorzien en er voor te zorgen dat de mechaniek na één omwenteling iets zou opschuiven voor een volgende omwenteling. De twee omwentelingen zorgen ervoor dat er extra lange melodieën kunnen worden voorzien op de trommel, dus de voorslag kan langer duren. Zo’n systeem is een ‘springtrommel’ en er zijn er niet zo veel van gemaakt en zelfs nog minder bewaard gebleven.
Vlaams topstuk
De speeltrommel is één van onze topstukken en staat op de Vlaamse topstukkenlijst.