Graven op een historische locatie als die van het Vleeshuis moet voorzichtig gebeuren, want voor je het weet, graaf je een stukje van het verleden op. In twee putten in de kelder van het museum stootten we op een grote hoeveelheid dierlijke beenderen en potscherven. Horen deze vondsten bij het huidige Vleeshuis, dat in 1504 werd voltooid? Of hebben de vondsten misschien zelfs te maken met een eerder Vleeshuis dat op deze plek lag en dat niet lang na 1250 werd opgetrokken?
Een eerste, verkennend onderzoek door de collega's van de archeologische dienst doet vermoeden dat het gaat om beenderen en scherven uit de twaalfde tot de vijftiende eeuw. Een van de scherven is alvast afkomstig van een drinkkommetje dat in Sieburg (Rijnland) werd vervaardigd. Bovenop de vondsten zijn later meerdere bakstenen vloeren aangelegd. Dat alles suggereert dat de vondsten wellicht bij het eerdere Vleeshuis horen. Meer onderzoek gebeurt de komende tijd.
Dat betekent dat de tentoonstelling in de kelder er even wat anders uitziet dan onze bezoekers gewend zijn. Maar in ruil voor dit tijdelijke en kleine ongemak komen we zonder twijfel veel te weten over de vroegste geschiedenis van het Vleeshuis.



