Na december 1942
In de jaren 1940-1942 ontwikkelt Museum Vleeshuis zich tot een plek van verzet tegen de Duitse bezetter. De spil in het verzet vanuit het museum is Jaak Boussery, hoofdtoezichter en huisbewaarder. Maar op 4 december 1942 wordt Boussery, in de portierswoning naast het museum, gearresteerd door de Sipo-SD (Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst) (zie deel 1).
Na Jaak Boussery’s arrestatie tracht K.C. Peeters, die belast is met de algemene coördinatie van het Steen, Museum Vleeshuis, het Brouwershuis en het Museum voor Folklore, om de aandacht van het Vleeshuis af te leiden door te stellen dat het museum leeg is en Boussery er nog amper kwam. De Duitse dreiging is nochtans reëel. Collega’s en medeverzetsstrijders getuigen na de oorlog dat er telefonisch was gedreigd dat het museum zou worden doorzocht en het voltallige personeel zou worden gearresteerd. Maar gelukkig komt het niet zo ver.
Dat Museum Vleeshuis, zoals K.C. Peeters stelt, grotendeels leeg is, klopt. Een deel van de collectie is immers verspreid over de stad en ondergebracht in onder meer de Fondsenbeurs aan de Lange Nieuwstraat, het Hessenhuis of de kelders van de stadsgebouwen aan de Hofstraat. Collectiestukken die in Museum Vleeshuis achterblijven, zijn op het gelijkvloers ondergebracht, beschermd door muren zandzakjes. Indien alle museumstukken op één plek zouden worden bewaard, zou de schade bij een eventueel bombardement van de geallieerden niet te overzien zijn; verspreiding is dus de beste strategie. In het voorjaar van 1942 beslist het gemeentebestuur, op bevel van de Duitse overheden, om absolute topstukken elders onder te brengen, in het kasteel van Lavaux-Sainte-Anne, nabij Rochefort, in de provincie Namen.
Ondanks alles blijft het Vleeshuis een rol spelen in het verzet. Het Onafhankelijksheidsfront is dan wel een heel zware klap toegebracht, er is ook nog De Witte Brigade. Brigadeoprichter Marcel Louette heeft Antwerpen moeten verlaten, maar het Vleeshuis blijft een belangrijk knooppunt in het netwerk van de organisatie, gecoördineerd door Vleeshuismedewerkers als Cornelius Creten en Frans Hellemans. Bij zijn vertrek uit Antwerpen heeft Louette er zijn papieren ondergebracht, en bij zijn arrestatie in het voorjaar van 1944 volgt Hellemans hem op in zijn leidende rol bij De Witte Brigade. Ondertussen doet het museum dienst als geheime opslagplaats voor wapens. Als bergplaats wordt een holle ruimte onder de Alkoofkamer, op de eerste verdieping van het museum, gekozen. Die ruimte is bereikbaar via een trapje. Documenten worden wellicht verborgen in meubels, die daarvoor zijn klaargemaakt door meubelrestaurator Creten.
De bevrijding, en de terreur van de V-bommen
Begin september 1944 naderen de geallieerden Antwerpen. Wanneer op 4 september de eerste Engelse tanks de stad aan de zuidzijde binnenrijden en de Duitse soldaten langs de noordzijde wegtrekken om zich in te graven langs het Albertkanaal en in de haven, komt ook het Verzet op straat. Ook de wapens die in het Vleeshuis worden bewaard, worden bovengehaald. Op de kaaien wordt nog gevochten, en op enkele meters van Museum Vleeshuis branden enkele kantoorgebouwen uit.
Ten noorden van de stad weigeren de Duitse soldaten de haven op te geven. Pas begin oktober is ook het hele havengebied in handen van de geallieerden. De strijd verplaatst zich naar Nederland, en de Antwerpenaren halen opgelucht adem. Maar Hitler wil Antwerpen en zijn haven alsnog treffen en zet een nieuw wapen in: de V1- en V2-bommen, de zogenaamde ‘vliegende bommen’. Die bommen worden vanop honderden kilometers afstand gelanceerd met als bestemming de haven. Maar de bommen zijn niet erg precies en raken vooral burgerdoelwitten.
Op 14 oktober 1944 valt de eerste V-bom in het stadscentrum: 32 mensen komen om wanneer er naast het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten een V2 neerkomt. Vanaf dan vallen er dagelijks V1- en V2-bommen op de stad. Leden van de Passieve Luchtbescherming, die de bevolking moeten waarschuwen wanneer er bommen in aantocht zijn en die helpen om achteraf het puim te ruimen, maken foto’s van het leegstaande Museum Vleeshuis.
Wat de foto’s niet laten zien, is dat de kelders van het museum als schuilkelders dienstdoen:
In de diepe kelders onder het Vleeschhuis werd een openbare schuilplaats ingericht. De menschen van het schipperskwartier sliepen er tusschen oude sleden en koetsen, die daar uit het museum opgeborgen waren, tusschen standbeelden die lang geleden op straten en pleinen in de stad stonden, en die de oudsten zich zelfs niet meer herinnerden. De beelden herkenden in die verschrikte en opgejaagde menschen de plezante en gelukkige Sinjoren niet, die rond hen wandelden en feestten, in den tijd toen zij nog op hun voetstuk stonden. Zij verstonden niets van wat die magere menschen fluisterden, en de woorden die steeds terugkwamen hadden zij vroeger nooit gehoord. Maar zij hadden medelijden met hen, en begrepen we dat daarboven iets vreeselijks gebeurde. Langsheen de muren van den kelder rijen zich oude zerksteenen van adellijke geslachten. En als ’s nachts de menschen ingeslapen waren tusschen al die R.I.P.’s, D.O.M.’s en Obiit’s, lagen zij als dooden tusschen hun graven. (Bron: Gazet van Antwerpen, 9 mei 1945)
Op een steenworp van het Vleeshuis, boven Café Cécile, op de hoek van de Wisselstraat en de Oude Beurs, woont Wannes Van de Velde (1937-2008) met zijn ouders. Wannes zal later over de oorlogsjaren dichten:
’k werd geboren voor de oorlog,
’k was er drie toen hij begon,
en mijn vroegste herinneringen
zijn de wetten van ’t kanon
Op 14 december 1944 komt de oorlog weer heel dichtbij voor Wannes, het Vleeshuis en het Schipperskwartier. Om 11 uur ’s avonds treft een V1 de Lange Doornikstraat. Die vernielt een groot deel van het huizenblok en er vallen maar liefst 60 doden en tientallen gewonden. ‘…al onze ruiten waren kapot en het houtwerk van de ramen lag in een grote hoop op mijn bed. En daarna beelden van op straat. Stof, je kon niets zien, en gillen, wilde kreten van mensen die zo’n beetje zot werden omdat heel hun familie dood was’, getuigde Wannes. Het Vleeshuis ontsnapte aan de verwoesting, maar alle glasramen werden vernield.
Decennia later zal Wannes zich de V-bommen herinneren in een protestlied, Von Braun. In een van de strofen beschrijft hij die 14de december 1944.
En zo is 't gebeurd. Op 'nen heldere nacht
- Dat was in mijn zevenste jaar -
Heeft Wernher von Braun mij met ijzer bedacht;
Och mensen, dat was een gevaar.
Maar hij heeft me gemist,
Zijn raket vloog voorbij,
Op volk van de volgende straat.
Hoe zwaar de tol in de Lange Doornikstraat ook is, ze verbleekt bij die van de V-bom die twee dagen later Ciné Rex aan de De Keyserlei verwoest: 567 mensen laten daar het leven.
Op 27 maart 1945 valt de laatste V-bom in Antwerpen, en een goede maand later geeft Nazi-Duitsland zich over en is de Tweede Wereldoorlog, althans in Europa, voorbij. De weg naar het herstel is lang. De Antwerpse musea halen hun kunstwerken terug uit Lavaux-Sainte-Anne. In Museum Vleeshuis zijn ondertussen de herstelwerkzaamheden begonnen. Op 20 juli 1946 opent in het museum de eerste naoorlogse tentoonstelling, Gilden en ambachten in Rubens’ tijd, naar aanleiding van de opening van het Rubenshuis.
Meer weten?
- Vragen, aanvullingen en suggesties bij deze tekst? Neem dan contact met ons op via vleeshuis@antwerpen.be.
- Meer weten over de expo Stad in oorlog. Antwerpen, 1940-1945 in het MAS? Surf dan naar mas.be/nl/stadinoorlog.
- Heb je nog meer interesse in verhalen en activiteiten rond WOII in Antwerpen? Surf dan naar ‘Antwerpen Herdenkt’.
Dank aan: de familie Sohie (Boussery), Clement Caremans, Wim Van Doeselaer, Gert De Prins, het Stadsarchief Antwerpen en het Algemeen Rijksarchief | Dienst Archief Oorlogsslachtoffers.
Bronnen
- Museum Vleeshuis, Archief, Jaarverslagen 1939, 1940 en 1942.
- Antwerpen. 1860-1960, 1960.
- Antwerpen Herdenkt, www.antwerpenherdenkt.be (geraadpleegd 8 augustus 2023).
- De slag om Antwerpen, 1945.
- Gedenkschrift van het Gemeentelijk Antwerpsch Onderwijzend Personeel, 1945.
- Caremans, Clement, Musea en erfgoed Antwerpen: Een kleine geschiedenis, 2012.
- De Bodt, Kevin, Het gebroken verzetsaureool. De Witte Brigade en het verzet als actieve speler in de strijd om de herinnering. Masterscriptie UGent, 2009.
- Peeters, Paul. De kabinetschef van burgemeester Delwaide. K.C. Peeters tijdens WO II, 2020.
- Peremans, Dree, Wannes, 2016.
- Serrien, Peter, https://pieterserrien.be/boeken/elke-dag-angst/overzicht-v-inslagen-op-belgie/14-december-1944-v1-lange-doornikstraat-antwerpen (geraadpleegd 12 augustus 2023).
- Van de Velde, Wannes, De klank van de stad, 1999.
- Van de Velde, Wannes, Over zingen, 2014.
- Wouters, Nico & Seberechts, Frank (red.), Stad in verzet. Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog, 2024.
Deze pagina werd gepubliceerd in september 2023. De laatste update dateert van oktober 2024.