Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

Een kwalitatief bouwdossier

Ruim 100 jaar na de laatste grote restauratie onder leiding van toenmalig stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen, is het sinds 1936 als monument beschermde Vleeshuis opnieuw dringend aan restauratie toe. Het ontwerp van Origin Architecture & Engineering en FVWW architecten, in samenwerking met HP engineers, verbindt het rijke verleden van het Vleeshuis met de toekomst.

De afgelopen jaren waren al enkele dringende ingrepen noodzakelijk in afwachting van de totale restauratie: onder andere schoring van de tipgevels, verstevigingen aan de spantstructuur, en het plaatsen van netten tegen vallende brokstukken en tijdelijke dakgoten. Insijpelend vocht tastte de balkkoppen van de iconische houten dakkap aan, waardoor de dakspanten en zoldervloeren begonnen te vervormen. Ook de houten ramen van het monument werden letterlijk uit hun kozijnen geblazen tijdens een storm.

Vanwege het exponentieel vorderend schadebeeld en de hoogdringende structurele werken aan de dakspanten is het aangewezen dat de restauratiewerken op korte termijn worden opgestart. Het studiebureau Origin Architecture & Engineering en FVWW architecten in samenwerking met HP engineers, heeft hiervoor samen met de stad Antwerpen, Museum Vleeshuis en het agentschap Onroerend Erfgoed een intensief traject afgelegd met diverse voorstudies, zoals de opmaak van een beheersplan, een haalbaarheidsonderzoek en stabiliteitsstudies. Het studietraject resulteert in de opmaak van een kwalitatief onderbouwd restauratiedossier.

In 2024 zal het restauratiedossier door het ontwerpteam voltooid worden en de vergunning aangevraagd, en gaat de stad op zoek naar een gespecialiseerde aannemer. Als alles volgens planning verloopt zullen de restauratiewerken kunnen starten in 2025. De restauratie zal naar schatting 35 miljoen euro kosten.

 

De restauratie in 5 minuten

Een overzicht van de belangrijkste ingrepen

FVWW -  Vleeshuis Antwerpen

De toegang

Het Vleeshuis kijkt langs de westzijde uit op het Steen en de Schelde, de plek waar Antwerpen werd geboren.

De hoofdingang wordt daarom verlegd naar de Scheldezijde en zorgt voor een goed leesbare en vindbare toegang tot monument en museum.

De nieuwe onthaalzone met onder meer een museumshop biedt de museumbezoeker meer comfort.

Een simulatie van hoe de vernieuwde stadhal er zal uitzien

De 'Stadshal'

De vroegere markthal van de beenhouwers is een monumentale ruimte met kruisgewelven en glasramen. Op dit moment staat daar de vaste collectie van muziekinstrumenten en -objecten opgesteld. In het gerestaureerde Vleeshuis wordt deze hal nog meer het hart van het gebouw. De ‘stadshal’ verbindt de straat en de wijk met het monument. Het wordt een plek waar mensen samenkomen voor kleine concerten en open repetities (al dan niet gespeeld op de unieke collectie historische instrumenten van Museum Vleeshuis), lezingen, tentoonstellingen en andere culturele activiteiten. Ook ontvangsten en recepties zijn mogelijk. Het is een flexibele en uitnodigende ruimte. 

Bezoekers betreden de Stadshal vanuit de gewelfde kelder, via een nieuwe trap of lift. Of vanaf de straat, via een maanvormig publiek platform en een inkomsas, aan de oostzijde.

Langsheen drie zijden van de Stadshal komt een mezzanine. Op die mezzanine kunnen bezoekers de glasramen en gewelven van dichtbij bewonderen en krijgen ze een prachtig uitzicht op de stadshal enerzijds en de stad anderzijds. Onder de mezzanine worden topstukken van de museumcollectie veilig getoond.

De nieuwe hal op het gelijkvloers van het museum

Simulatiebeeld interieur van de Stadshal ©Joris Bourgeois

Ingenieuze trappenpartij

Van kelder tot zolder telt het Vleeshuis zeven verdiepingen/bouwlagen. Na de restauratie zijn ze allemaal toegankelijk voor het publiek. Een nieuwe ingenieus ontworpen trappartij zal zich kunstig doorheen de verschillende verdiepingen slingeren. De trap past zich vormelijk aan aan de structuur en het karakter van de verschillende bouwlagen, als een liefdesverklaring aan het gebouw. De kelder met tongewelven is stenig en donker. De stadshal op het gelijkvloers is majestueus, hoog en lichtrijk. De eerste verdieping in intiemer, met rondbogen en drie historische, beschermde stijlkamers. In de driedubbelhoge zolderruimte is het enorme houten dakgebinte de blikvanger.

Vernieuwd muziekmuseum

Op de hogere verdiepingen vertelt het museum op een vernieuwende manier het verhaal van 800 jaar muziekleven in Antwerpen en Vlaanderen. Daarnaast is er opnieuw volop aandacht voor de geschiedenis van het monument zelf, waarbij steeds de link wordt gelegd met het muzikale verleden van de Vleeshuiswijk.

De eerste verdieping wordt de kern van het museum. Hier tonen we de meest bijzondere, meest kwetsbare stukken. Je ontdekt hier alles over het muziekleven in Antwerpen en Vlaanderen door de eeuwen heen. Met instrumenten, prenten, partituren, teksten, maquettes én klank vertellen we de verhalen van internationaal gerenommeerde instrumentenbouwers, befaamde muziekdrukkers en grote muzikale sterren. Maar ook van straatzangers, orgeldraaiers, cafépianisten, verzamelaars... Stuk voor stuk bepalen zij al honderden jaren de soundtrack van Antwerpen en Vlaanderen. De presentatie van onze bijzondere collectie historische muziekinstrumenten en –objecten wordt dus volledig herdacht, met meer aandacht voor toegankelijke beleving, (muzikale) interactie en aanbod op maat van verschillende doelgroepen. Op de eerste verdieping vind je ook de drie historische stijlkamers, ruimtes die in 1913 werden gecreëerd. Eén ervan is een herschepping van de oude Raadzaal van het Vleeshouwersambacht.

Een man herstelt een instrument in het muziekatelier

De tweede verdieping, die de aanzet is van de enorme dakstructuur, noemen we de ‘Werkvloer’. In het Levend Atelier gaan instrumentenbouwers en –restauratoren aan de slag, voor de ogen van bezoekers. En in de exporuimte ontdek je meer over hoe instrumenten worden gebouwd. Ook zijn de kantoren op deze verdieping ondergebracht, en een bibliotheek voor onderzoekers.

Zicht op de stad vanuit een raam op de bovenste verdieping van het Vleeshuis

De bovenste verdiepingen bieden ruimte voor het historische verhaal van het monument en de (muzikale) Vleeshuisbuurt. Op de derde verdieping richten we ook een educatieve ruimte in, voor onder meer workshops. En ook de Werkkamer van Wannes Van de Velde krijgt er zijn vaste plek. Talrijke vides worden hersteld en zorgen voor prachtige doorzichten naar boven en beneden, zoals architect en stadsbouwmeester Alexis van Mechelen het al in 1913 bedoelde, toen hij het museum inrichtte. Helemaal bovenaan op de vijfde verdieping sta je op het hoogste punt in het museum, pal onder het indrukwekkende dakgebinte. Je bent dan zo'n 150 treden gestegen. Dichter bij de nok van het dak geraak je niet.

Simulatiebeeld tweede verdieping Vleeshuis ©Joris Bourgeois i.o.v Origin Architecture & Engineering i.s.m. FVWW Architecten

Bouwfysische verbeteringen

Tot slot houdt het ontwerp niet alleen rekening met het behoud en herstel van het beschermd monument, er worden ook duurzame bouwfysische verbeteringen aangebracht zoals dakisolatie, dakgoten en technieken voor een optimale klimatisatie.

Maximale toegankelijkheid

Nieuwe trappen en een lift verbinden de verdiepingen en maken het gebouw klaar voor een toekomstige intensifiëring van het gebruik. Zo kunnen zo veel mogelijk mensen van het monument genieten. Om het zicht van de iconische buitenzijde te bewaren, is er gekozen om de lift en trap te integreren aan de binnenzijde van het gebouw. 

De trap loopt van de kelder tot de vijfde verdieping en doet zo alle zeven bouwlagen aan. Hij neemt verschillende vormen aan om rond (en niet door) historische balken te lopen. De liftkoker start ook in de kelder, maar stopt op de derde verdieping. Hier werd bewust voor gekozen, zodat de liftkoker het dak niet doorboort. Met de lift wordt een veel groter aantal verdiepingen dan vandaag toegankelijk voor bezoekers die minder goed te been zijn, namelijk vijf (-1 t/m +3) van de zeven bouwlagen. Voor wie moeilijk tot op de twee bovenste verdiepingen geraakt, zorgen we op +3 voor een alternatieve beleving.

Over het Vleeshuis

Het Vleeshuis uit 1503 is het symbool van het economische zelfvertrouwen van Antwerpen en de bloei van gilden in het begin van een tijdsperiode die vaak de Gouden Eeuw van Antwerpen wordt genoemd. Na het opheffen van gilden in 1795, werd het Vleeshuis openbaar verkocht. Een collectief van 29 leden van het oude beenhouwersgilde kocht het gebouw terug en nam het opnieuw als vleeshal in dienst. De bovenliggende verdiepingen boden onderdak aan onder meer kunstschilders en een operagezelschap. In 1841 verkochten de slagers het Vleeshuis aan een wijnhandelaar die het immens grote gebouw vooral voor opslag gebruikte. Deze verkocht op zijn beurt het gebouw in 1899 aan de stad Antwerpen.

Van 1904 tot 1913 werd het Vleeshuis volledig gerestaureerd door stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen om er een museum in onder te brengen. Dat museum evolueerde in 2006 tot Museum Vleeshuis | Klank van de Stad. Vandaag brengt Museum Vleeshuis 800 jaar Antwerpse muziekcultuur tot leven, in de wijk waar die muziek ontstond.

Het Vleeshuis werd in 1936, samen met onder meer het Stadshuis, het Rubenshuis en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, beschermd als monument.

Meld je aan voor de nieuwsbrief