Aan het begin van de 17de eeuw was de luit een van de populairste muziekinstrumenten in de Lage Landen. Ouders van stand die hun kinderen een goede start in het leven wilden geven en daar de financiële middelen voor hadden, zorgden voor muzieklessen. De populairste instrumenten waren dan het klavecimbel en… de luit.
Het instrument
Sommige luitenbouwers experimenteerden volop met de structuur van hun instrumenten. Op een handvol schilderijen van schilders als Theodoor Rombouts (Kaartspelend gezelschap met luitspeler), Peter Paul Rubens (De opvoeding van Maria de’ Medici) en Jan Brueghel (II) (Vanitas-allegorie) zijn bijzondere luiten te zien. Allemaal leunen ze nauw aan bij de teorbe of de aartsluit: ze hebben een lange hals, extra bassnaren en de hals mondt uit in twee schroevenkasten die in het verlengde van de hals liggen. Wat de afgebeelde instrumenten echter uniek maakt, is de positie van de bovenste schroevenkast, die van de bassnaren. Op een traditionele (aarts)luit of teorbe ligt de topkam lager op het instrument dan de schroevenkast. In de afgebeelde instrumenten is dat net omgekeerd: de topkam ligt helemaal aan het uiteinde van het instrument. Dat betekent dat de snaren voorbij de kam, over een (al dan niet beweegbaar) rolletje een bocht van 180° naar de achterzijde van de schroevenkast maken en daar aan hun stemschroeven zijn verbonden. Het grote voordeel lijkt te zijn dat schroevenkast daarmee een stuk dichter bij de musicus ligt en makkelijker te bereiken is bij het stemmen.
Opvallend is dat er geen historische exemplaren van dit type instrument zijn overgeleverd, enkel geschilderde voorbeelden. Bovendien zijn dergelijke instrumenten enkel te zien op schilderijen van kunstenaars uit de Zuidelijke Nederlanden (ongeveer het huidige Vlaanderen). Mogelijk was het dus een typisch ‘Vlaams’ model dat hier enkel in de jaren 1620-1640 werd gebouwd. Vandaar de naam ‘Vlaamse luit’ of ‘Vlaamse teorbe’. Het is precies zo’n instrument dat Justin Glaie voor het museum bouwde.
De klankmeester
In 2021 begon Justin Glaie aan het project. Dat startte met heel wat onderzoek waarbij hij op zoek ging naar zo veel mogelijk afbeeldingen van dit ongewone instrument. In 2022 begon dan het eigenlijk bouwen. Op 24 mei 2023 stelden Justin Glaie en het ensemble Sweete Devils het resultaat voor in het museum. Ze presenteerden een programma met muziek van componisten waaronder Gregorius Huwet, Emmanuel Adriaensen, Leonora Duarte en Constantijn Huygens. Voor het instrument een definitieve plek in het museum krijgt, neemt Justin het mee naar concerten in binnen- en buitenland.
Biografie
Justin Glaie speelt viola da gamba sinds 2006 en luit sinds 2007. In 2009 startte hij zijn studies aan het CRR in Tours bij Lucas Peres en Pascale Boquet, respectievelijk voor renaissancegamba en renaissanceluit. Hij begon ook op zichzelf theorbe te leren. In 2010 ging hij aan het CRR in Parijs gamba studeren in de klas van Ariane Maurette en luit en theorbe in de klas van Charles-Edouard Fantin. In 2012 vervoegde hij de luitklas van Nicolas Achten aan het Conservatoire Royal de Bruxelles en in 2013 de gambaklas van Philippe Pierlot aan het Koninklijk Conservatorium Brussel.
Justin werkte mee aan vele projecten en met bekende dirigenten zoals Nima Ben David, Michel Laplénie, Yvon Repérant, Simon Heyerick, Nicolas Achten, Jean Tubéry en Lionel Meunier. Hij speelt luit, theorbe en gamba in concerten en op cd-opnamen met verscheidene ensembles, met name Scherzi Musicali, In Alto, Sweete Devils, La Grande Chapelle and Musae Jovis. Hij heeft ook een passie voor het bouwen van historische tokkelinstrumenten en studeerde in 2019 af aan het CMB Puurs als professioneel Luthier (specialisatie Luiten).