Tijdens de mis of andere liturgische diensten hoorden de kerkgangers steeds eenstemmige gregoriaanse muziek. Occasioneel werden er in de grote kerken ook groots opgezette meerstemmige composities gebracht die vaak door instrumenten begeleid werden. Na verloop van tijd werden deze concerten steeds grootschaliger.
De grote muziek
Naast vocale muziek speelde in de kerken ook orgelmuziek. De kerken stelden vaak de beste componisten als zangmeester of organist aan. De kerk was lange tijd wat de concertzalen vandaag zijn: de plaats waar alle lagen van de bevolking in aanraking konden komen met de ‘grote’ muziek.